Onderduikmuseum inspiratiebron voor Duitse Krimi

tickets

‘Hellabrunner Mischung’ is het tweede boek van schrijver Georg Beining (1948), een geoloog/paleontoloog/journalist uit Südlohn, net over de grens. De thriller is in het Duits geschreven en heeft als belangrijkste locaties Aalten (Markt 12), Bredevoort, Oeding en Münster. Beining heeft zich duidelijk laten inspireren door een of meer bezoeken aan het Nationaal Onderduikmuseum en gebruikt deze plek als middelpunt van de verhaallijnen.

Het verhaal is niet gebaseerd op levende personen maar de historie rondom Markt 12 berust wel op waarheid. Dat het in het Duits is geschreven voegt iets toe aan de beleving. De krimi begint in oktober 1941 maar gaat al na twee pagina’s verder in 2011. Af en toe grijpt het verhaal terug naar vroeger.

Belangrijkste personages zijn Gregor Kotten die in Oeding woont en woordvoerder is van de dierentuin in Münster, zijn vrouw Milla, en hun vrienden Arie en Ria van Puffelen in Bredevoort. Er is ook nog een gepensioneerde rechercheur Jurgeleit. Deze rechercheur en Kotten lossen samen graag raadsels op, daarbij geholpen door de vrienden. Intrigant en dader is een zekere Rufus Schill, de kleinzoon van de vroegere Ortskommandant Ludwig von Schill. Deze SS-er had in de oorlog zijn kantoor in de voorste kamer van Markt 12 in Aalten. Rufus is een rare en hij werkt net als Kotten bij de dierentuin, hij is dierverzorger bij de olifanten. Hij heeft zich goed gespecialiseerd in de techniek verdovingen uit te voeren via een blaaspijp. Deze verdovende veterinaire vloeistof heet Hellabrunner Mischung, vandaar de titel.

Het boek leest aardig weg en boeit vooral als je het museum kent en de straten en mooie plekken tussen Heurne/Aalten/ Winterswijk en de regio aan de andere kant van de grens. Er staan leuke zinnen in zoals “Obelink Winterswijk, waar het hele Ruhrgebied op pelgrimage gaat”. Je ziet het voor je. Hoe de conversatie tussen een Nederlands en Duits echtpaar verloopt is mooi weergegeven. Uiteraard wordt er door hen Duits gesproken. Het is wat ongeloofwaardig dat de Bredevoorter Arie, die zogenaamd goed Duits spreekt volgens Kotten en er veel van af weet, werkelijk alle naamvallen verkeerd heeft en stelselmatig spreekt over “die Kerl”. Volgens mij zal geen enkele Achterhoeker “die Kerl” zeggen als hij Duits praat.

De schrijver weet veel over Nederland, maar gaat daarbij ook zelf (net als Arie) in de fout: dierendoktor en mefrouw. Maar ach, de Duitse lezer zal het niet opvallen en het is leuk voor de Duitse lezer om zo meer te weten te komen over bepaalde geneugten, zoals jenever, hopjes, appelmoes en vla.

De geschiedenis uit de oorlog die zijn weerslag heeft in het heden wordt nogal summier weergegeven met daarbij het noemen van namen van veel personages. De lezer moet z’n hoofd er dan goed bijhouden. Hier en daar verwacht de lezer dat sommige interessante gegevens verder worden uitgediept maar dat gebeurt niet. Eigenlijk moet je dit de schrijver niet euvel duiden.

Het is mooi dat hij duidelijk maakt dat in 1941 in Aalten 2500 onderduikers uit het hele land ondergebracht waren op een bevolking van 13000 zielen. Het is sympathiek dat Beining geïnspireerd is geraakt – zoals hij aan het eind van het boek schrijft – door al die vrijwilligers van het Aaltens museum die bijzonder goed werk doen. Het museum geeft naar zijn mening de geschiedenis zo goed weer dat het grote indruk maakt. Dat is mooi om te lezen, met name dus ook voor al die vrijwilligers en de sympathisanten van het museum!

Ina Brethouwer

“Hellabrunner Mischung” – Ein Allwetterzoo-Münster-Krimi van Georg Beining

Schardt Verlag, Oldenburg 2013, 162 pagina’s, 12,80 Euro, ISBN 978-3-89841-677-1

Hellabrunner Mischung